FAQ

Veelgestelde vragen

Het lerarentekort is al jaren onderwerp van gesprek. De gevolgen ervan raken iedereen met kinderen op de basisschool. Geen wonder dat veel mensen zich afvragen wat de oorzaak is en, vooral, wat scholen de komende jaren zullen doen om dit probleem het hoofd te bieden. De meestgestelde vragen, en de antwoorden daarop, vindt u hieronder. 

Het gaat nog jaren duren. Te weinig havo- en vwo-leerlingen kiezen voor de Pabo. Het lerarentekort is ook een gevolg van de strengere toelatingseisen van de Pabo’s. Denk aan de rekentoets, die werd ingevoerd toen er kritiek was op de rekenvaardigheid van sommige Pabo-studenten. Mensen zeiden: moet zó iemand voor de klas? Nu zijn die eisen strenger, dus vallen er studenten af. De aanmeldingen voor de Pabo zijn zo’n 30% gedaald. Dat lagere aantal studeert over 4 jaar af. En het zijn er lang niet genoeg om de natuurlijke uitstroom van oudere leraren op te vangen.

Van alles! We werken nauw samen met de Pabo’s, om verkorte en flexibele opleidingsmogelijkheden te bieden. Het lukt ook best goed om zij-instromers enthousiast te maken voor het onderwijs. Maar alles valt of staat met het aantal mensen dat de opleiding afrondt en dan dus onderwijsbevoegd is.

Ja. Daarom moeten we bedenken hoe de nieuwe schoolweek eruit kan zien. Wachten op meer afgestudeerde studenten gaat ons niet helpen. Ondertussen groeit het tekort, ondanks dat we ook veel volwassenen opleiden tot leraar.

Door het lerarentekort wordt het steeds moeilijker goed onderwijs te bieden aan onze kinderen. De werkdruk neemt door het tekort verder toe. We willen een schoolweek zonder lerarentekort, met goed onderwijs en gelukkige leerlingen en medewerkers. We onderzoeken momenteel hoe we dit voor elkaar kunnen krijgen.

Het lerarentekort raakt ons allemaal. Daarom vragen we directeuren, medewerkers en ouders om met ons mee te denken.

Door de klankbordgroepen is een aantal ideeën genoemd. Deze ideeën zijn onder te verdelen in vier thema’s:

  1. Aanvullen van het tekort door onder andere vakdocenten.
  2. Uitbreiden van werkdagen – stimuleren van fulltime werken.
  3. Behouden van werknemers.
  4. Verminderen van onderwijstijd.

Klopt. Onderwijzend personeel heeft meer salaris gekregen én er zijn maatregelen genomen om de werkdruk aan te pakken. We hebben nu meer personeelsleden per leerling dan een paar jaar geleden: onderwijsassistenten bijvoorbeeld, die helpen de werkdruk verlagen. Maar het tekort aan bevoegde leerkrachten is daarmee niet opgelost.

Dat gebeurt ook wel, maar je moet weten dat een onderwijsassistent niet bevoegd is om voor de klas te staan. De kinderen noemen hen wel juf of meester, maar volgens de wet mogen ze niet zonder begeleiding voor de klas staan.

Ja, maar schooldirecteuren hebben alleen al een dagtaak aan het regelen van de personele bezetting. Dat doen we dus alleen bij uiterste noodzaak. En de intern begeleider is er voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben. En je wilt toch dat ieder kind genoeg aandacht en passend onderwijs krijgt.

Inmiddels hebben we een beeld van welke ideeën haalbaar zijn. Daarmee is het eerste gedeelte van het onderzoek klaar. We gaan deze ideeën verder uitwerken en/of uitproberen tijdens een pilot met 9 scholen.

We nemen de tijd om veranderingen met de teams goed voor te bereiden en ouders hierover te informeren. Het is mogelijk dat sommige scholen eerder starten met de nieuwe schoolweek en andere scholen pas later. We onderzoeken nu welke ideeën haalbaar zijn.